In een recent wereldwijd rapport komt naar voren dat de inwoners van de Verenigde Staten zich meer zorgen maken over de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) dan mensen uit enig ander land. De balans tussen bezorgdheid en opwinding kantelt duidelijk naar de eerste optie, terwijl vertrouwen in regulering en maatschappelijke effecten onder druk staat.
Wereldwijd sentiment: Meer bezorgd dan opgetogen
Volgens een studie van het Pew Research Center uitten respondenten in 25 landen zich vaker met zorgen dan enthousiasme over het toenemend gebruik van AI in het dagelijks leven. In geen enkel land gaf een meerderheid aan dat zij “meer opgewonden dan bezorgd” waren.
How People Around the World View AIMost adults across 25 countries are aware of AI, and people are generally more concerned than excited about its effects on daily life. |
Op mondiaal niveau zei een mediaan van 34% van de volwassenen dat ze meer bezorgd dan enthousiast zijn, terwijl 42% evenveel van beide gevoelens ervaart, en slechts 16% meer enthousiasme dan zorg toonde.
Bij de demografische verschillen valt op dat oudere mensen, vrouwen, mensen met een lagere opleiding en zij die minder frequent internet gebruiken relatief vaker hun zorgen uitten.
International Polling Shows Fear of AI Across the WorldMuch of the rest of the world is growing deeply concerned about AI as well, a new Pew Research Center poll has shown. |
VS: koploper in AI-angst
In de Verenigde Staten blijkt dit gevoel in extreme mate: 50% van de Amerikanen zegt dat ze “meer bezorgd dan enthousiast” zijn over AI in het dagelijks leven – het hoogste percentage van alle onderzochte landen. Ter vergelijking: in 2021 was dat aandeel nog 37%.
Slechts 10% van de Amerikanen zegt “meer opgewonden dan bezorgd” te zijn, terwijl 38 % aangeeft evenveel van beide te zijn. Bovendien beoordeelt 57% van de Amerikaanse respondenten de maatschappelijke risico’s van AI als “hoog” tegenover 25% die de voordelen als hoog bestempelt.
Een interessante tegenstelling: onder AI-experts ligt het sentiment vrijwel omgekeerd – 47% van de experts is “meer opgewonden dan bezorgd”.
Vertrouwen in regulering: Lokaal vs. internationaal
Wat betreft vertrouwen in wie AI zou moeten reguleren, toonde de wereldwijde enquête dat een mediaan van 55% van de volwassenen enige mate van vertrouwen had in hun eigen land om AI te reguleren, tegenover 32% die dit niet deed.
De mate van vertrouwen varieert sterk per land: in India ligt dit vertrouwen zeer hoog (89%), terwijl in Griekenland slechts 22% vertrouwen uitspreekt.
Op het niveau van machtsblokken vertrouwen respondenten de Europese Unie vaker dan de Verenigde Staten of China om AI te reguleren.
Mogelijke gevolgen en dilemma’s
De verscherpte bezorgdheid over AI heeft diverse oorzaken: banenverlies, afname van menselijke vaardigheden, privacyrisico’s en de onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor negatieve uitkomsten.
Daarnaast kan wijdverbreide wantrouwen in AI invloed hebben op hoe snel technologieën worden geaccepteerd, hoe bedrijven ze inproductie nemen en hoe beleidsmakers hun koers uitzetten.
Tegelijkertijd vormt de kloof tussen experts en publiek (met name in optimisme) een uitdaging: wie bepaalt de narratief rond AI – de wetenschappers, beleidsmakers, of het brede publiek?
Terwijl de wereld vooruitgaat in AI-ontwikkeling en -toepassing, blijft het publieke sentiment verdeeld. America’s prominente rol in zowel innovatie als angst maakt het land tot een boeiend voorbeeld van een bredere maatschappelijke spagaat: kunnen we profiteren van AI, zonder onze bezorgdheid en waakzaamheid op te geven?









