Massale adoptie, merkbare productiviteitswinst
Uit het 2025 DORA-rapport blijkt dat AI inmiddels bijna vanzelfsprekend is geworden in de gereedschapskist van softwareontwikkelaars. Maar liefst 90 % van de ondervraagde techprofessionals gebruikt AI in hun werk — een stijging van 14 % ten opzichte van vorig jaar. Gemiddeld besteden zij twee uur per dag aan AI-ondersteunde taken.
AI wordt inmiddels ingezet voor een reeks taken binnen softwareontwikkeling: van het schrijven en reviewen van code tot het opzetten van workflows. Volgens de respondenten heeft AI in meer dan 80 % van de gevallen hun productiviteit verhoogd. En 59 % geeft aan dat de kwaliteit van hun code er positief door is beïnvloed.
|
Announcing the 2025 DORA Report | Google Cloud BlogThe 2025 DORA Report, State of AI-Assisted Software Development, is now available to download. |
Vertrouwen blijft achter: Het paradoxale gevoel
Toch is het vertrouwen in AI niet universeel hoog. Slechts 24 % van de respondenten zegt “veel” tot “een heel groot deel” vertrouwen te hebben in AI-output (4 % “een heel groot deel” + 20 % “veel”). Tegelijkertijd vertrouwt ongeveer 30 % AI slechts “enigszins” of helemaal niet. Deze kloof duidt op wat het rapport een “trust paradox” noemt: ontwikkelaars erkennen de voordelen van AI, maar behouden vaak een kritische houding ten opzichte van de gegenereerde resultaten.
Daarmee vervult AI in veel gevallen een ondersteunende rol: het versnelt en verbetert, maar vervangt niet de menselijke beoordeling of controle.
Efficiëntie stijgt — met risico’s
In organisaties waar AI succesvol wordt geïntegreerd, blijkt dat de softwarelevering (throughput) toeneemt: teams brengen meer functionaliteit sneller uit. Tegelijkertijd waarschuwt het rapport dat als de ondersteunende infrastructuur onvoldoende robuust is — denk aan testautomatisering, feedbackloops en modulair ontwerp — deze versnelling kan leiden tot meer instabiliteit. Met andere woorden: AI vermenigvuldigt wat al aanwezig is in het team of de organisatie. In goed georganiseerde teams versterkt het sterke punten; in teams met structurele zwakte kunnen problemen geaccentueerd worden.
Zeven teamtypes: Een menselijke gezichtenkaart
Het rapport reikt verder dan statistieken en introduceert zeven archetypen van teams, elk met eigen profielen op het vlak van prestaties, stabiliteit en welzijn. Enkele voorbeelden:
- Harmonious High-Achievers: teams die een goede balans weten te vinden tussen output, stabiliteit en welzijn.
- Legacy Bottleneck: teams die belemmerd worden door verouderde systemen en architectuur.
- Foundational Challenges: teams die struggelen met processen, infrastructuur en samenhang in werkwijzen.
Deze profielering helpt leiders en organisaties te begrijpen welke interventies het meest toepasselijk zijn, afhankelijk van hun specifieke situatie.
De blauwdruk voor AI-succes: DORA AI Capabilities Model
Adoptie van AI alleen is niet genoeg. Daarom presenteert het rapport een DORA AI Capabilities Model, met zeven cruciale vaardigheden (technisch én cultureel) die organisaties moeten uitbouwen om AI echt te laten renderen.
Belangrijke pijlers zijn onder andere:
- heldere en gedeelde AI-beleid
- integratie van AI met interne data en systemen
- sterke praktijken op versiebeheer en feedbackloops
- een gebruikersgerichte aanpak
- een robuust intern platform dat de AI-adoptie ondersteunt
Managers worden aangemoedigd om AI niet louter te zien als een tool, maar als een hefboom om werkprocessen, cultuur en technische fundamenten naar een hoger plan te tillen.
Waar te beginnen voor management?
Het rapport formuleert een aantal praktische stappen voor organisaties die AI verder willen integreren:
- Verduidelijk en communiceer je AI-beleid binnen de organisatie
- Koppel AI-initiatieven aan interne context en bedrijfsstrategie
- Investeer eerst in basale praktijken (testautomatisering, feedback, modulariteit)
- Versterk veiligheidsnetten (bv. terugvalmechanismen)
- Bouw een sterk intern ontwikkelaarsplatform
- Richt je op eindgebruikers en hun behoeften
Het uiteindelijke doel: AI transformeert niet alleen het werken van individuele ontwikkelaars, maar vraagt een fundamentele herdefinitie van hoe software wordt ontwikkeld binnen teams en organisaties.









