Vanguard: Van tijdsverspilling naar tijdwinst met AI

In een periode waarin technologische ontwikkelingen in hoog tempo doorgroeien, staat één thema steeds meer in de schijnwerpers: de impact van kunstmatige intelligentie (AI) op werk en productiviteit. Vanguard’s Global Chief Economist Joe Davis werpt met zijn visie licht op het spanningsveld tussen baanzekerheid en innovatie. Wat kunnen we verwachten? Zal AI banen vernietigen — of juist ruimte scheppen voor nieuwe rollen?

Van disruptie naar symbiose: AI als katalysator

Hoewel AI vaak geassocieerd wordt met het gevaar dat machines mensen vervangen, nuanceert Davis dat beeld. Hij stelt dat AI weliswaar een van de meest ingrijpende technologieën zal zijn sinds de personal computer, maar dat de meeste beroepen niet volledig verdwijnen. In plaats daarvan zal AI veelal fungeren als een ondersteunende kracht, die mensen in staat stelt om zich te concentreren op taken met hogere toegevoegde waarde. Volgens de prognoses kunnen tot 20% van de beroepen te maken krijgen met banenverlies door automatisering — maar voor de overgrote meerderheid (ongeveer 80%) geldt dat AI eerder taken zal verschuiven dan elimineren.

Technologie als copiloot in het dagelijks werk

Een kernbegrip in Davis’ visie is “augmentation” — het idee dat AI de mens ondersteunt als copiloot, in plaats van die te vervangen. Zo kunnen repetitieve en tijdrovende taken geautomatiseerd worden, terwijl medewerkers zich bezighouden met complexere taken zoals strategie, creativiteit en besluitvorming. Bij beroepen variërend van verpleegkundigen en huisartsen tot leerkrachten, HR-managers en verzekeringsagenten verwacht Davis dat AI facilitair zal ingrijpen en de efficiency zal verhogen.

Een sprong in productiviteit richting 2035

Tegen het jaar 2035 voorziet Vanguard dat gemiddeld meer dan 20% van alle werkuren geautomatiseerd zal zijn — dat is gelijk aan het vrijmaken van zowat één werkdag per week. Maar dit betekent niet dat iedereen een extra vrije dag krijgt; het draait veeleer om “meer output met minder input”. Als deze groeitrajecten zich doorzetten, kan de jaarlijkse bruto binnenlandse groei (bbp) in de jaren 2030 uitkomen op circa 3% — een tempo dat sinds de late jaren ’90 niet meer werd gezien.

Waarom de recente productiviteitsgroei tot nu toe teleurstelde

Ironisch genoeg suggereert Davis dat de matige productiviteitscijfers van de afgelopen jaren deels het gevolg zijn van een gebrek aan automatisering. In zijn visie kan AI net dat ontbrekende acceleratiemiddel zijn dat de economie nieuw leven inblaast.

Wat werknemers en organisaties kunnen doen

• Investeren in omscholing: Werkenden zullen moeten evolueren: technische en creatieve vaardigheden winnen aan belang.
• AI-vaardigheden integreren: Organisaties moeten AI niet zien als een losstaand instrument, maar als geïntegreerd onderdeel van werkprocessen.
• Culturele transformatie omarmen: De mindset van “mensen versus machines” moet wijzigen naar “mens én machine” — het ultieme partnerschap.

De dominantie van AI in ons werkende leven is geen ver van de hand liggende toekomstfantasie meer. Volgens Davis’ analyse is AI geen destructor, maar eerder een transformerende kracht — een die ons kan bevrijden van routinetaken en ons de kans geeft om op een hoger niveau te opereren. In dat licht is de keuze niet tussen jobs of machines, maar tussen stilstand of evolutie.