Op een zinderend warme zaterdag in San Antonio ruilden tientallen Amerikaanse leraren vrijwillig een vrije dag in om uit de eerste hand te ontdekken hoe kunstmatige intelligentie (AI) de klas binnenkomt. Zo leren ze hoe automatische correcties, lesplannen die in podcasts veranderen en digitale verhalenboeken de dynamiek van het lesgeven kunnen veranderen.
Big Tech is paying millions to train teachers on AI, in a push to bring chatbots into classroomsThe country’s largest teachers unions are teaming up with tech companies like Microsoft and OpenAI to help educators build literacy in artificial intelligence. |
Nieuwe allianties: vakbonden en techbedrijven
De grote Amerikaanse lerarenvakbonden — de American Federation of Teachers (AFT) en de National Education Association (NEA) — zijn een ongebruikelijke samenwerking aangegaan met techreuzen zoals Microsoft, OpenAI en Anthropic. Doel: docenten klaarstomen voor de AI-klasse van morgen. Microsoft investeert 12,5 miljoen dollar over vijf jaar in de AFT, OpenAI draagt 8 miljoen bij plus 2 miljoen aan technische middelen, en Anthropic voegt 0,5 miljoen toe.
Wat komt er concreet van terecht?
Met het tech-geld gaat de AFT onder andere een AI-training-hub oprichten in New York City, die zowel online als fysiek workshops zal aanbieden. Het doel: binnen vijf jaar 400 000 leraren trainen. De NEA krijgt via Microsoft een subsidie van 325 000 dollar om zogenaamde ‘micro-credentials’ te ontwikkelen: online korte trainingen voor haar drie miljoen leden. Doelstelling: dit schooljaar minstens 10 000 leden bereiken.
Waar liggen de accenten van de opleiding?
De vakbonden stelden als voorwaarde dat de trainingen worden ontworpen en geleid door de leraren zelf — niet door de techbedrijven — en dat de intellectuele eigendom van die opleidingen bij de vakbond blijft. Bovendien worden thema’s zoals ethisch gebruik, privacy en meerdere AI-tools behandeld (niet beperkt tot één leverancier).
Leraarservaringen uit de workshop
In San Antonio gingen docenten met apps aan de slag zoals ChatGPT, Gemini (van Google) en Microsoft CoPilot, plus enkele speciaal voor scholen ontwikkelde tools. Een lerares in het basisonderwijs zei dat ze “amazing” vond hoe snel AI visuele flashcards maakte in twee talen — iets wat vroeger uren in beslag nam. Een andere docent op de middelbare school zei: “Na dit is er geen weg terug naar hoe ik vroeger lesgaf.”
Kritische noten en waarschuwingssignalen
Hoewel enthousiasme overheerst, is er ook scepsis. Het gevaar bestaat dat commerciële belangen van techbedrijven de overhand krijgen in plaats van pedagogische. Ook waarschuwt men dat AI het kritisch denken van leerlingen kan ondermijnen als het louter als snelle hulpbron zonder reflectie wordt ingezet.
Waarom dit relevant is
Voor meer dan vier miljoen Amerikaanse leraren staat hun rol op het spel: blijven ze relevant in een klas waarin AI snel terrein wint? De samenwerking toont aan dat onderwijs en technologie elkaar steeds meer moeten verzoenen — en snel. Het is niet langer enkel een kwestie van tools introduceren, maar ook van houding, ethiek en scholing.
In een tijdperk waarin AI dagelijkse realiteit wordt, staat de onderwijssector niet aan de zijlijn. Met bedrijven aan tafel en docenten in de driver’s seat proberen de vakbonden het tij mee te keren. Maar de vraag blijft: kunnen zij de balans bewaren tussen innovatie en menselijke maat? En hoe zorgen ze ervoor dat AI een hulpmiddel is — en geen vervanging?
