In de schaduw van servers, datacenters en AI-labs groeit een overtuiging die nauwelijks hardop wordt uitgesproken. Een fluistering, bijna een ondertoon, waarin de mensheid niet langer het middelpunt vormt van de toekomst — maar slechts een tijdelijk tussenstation.
Volgens critici gaat achter de race naar superintelligentie een wereldbeeld schuil dat veel verder reikt dan innovatie, efficiëntie of economische groei. Het is een visie waarin het menselijk lichaam, het menselijk bewustzijn en zelfs het menselijk bestaan ondergeschikt raken aan iets groters, abstracter, koeler: een kosmische optimalisatie van “waarde”.
De belofte van een post-menselijke horizon
In deze denkwereld telt de mens niet als individu, maar als drager van waarde. Het lichaam is een verouderde machine, het brein een inefficiënte processor, de soort een tijdelijke fase in een veel groter kosmisch plan.
Tech Capitalists Don’t Care About Humans. Literally.It’s not just a figure of speech to say tech titans are indifferent to humanity. From Peter Thiel to Elon Musk, many are adherents of a worldview that envisions humans being replaced by digital post-humans and sees this as progress. |
De overtuiging groeit dat technologie op termijn kan leiden tot entiteiten die de mens ver overstijgen — wezens die sneller denken, langer bestaan en efficiënter functioneren dan welk organisme dan ook. Voorstanders zien dit niet als een bedreiging, maar als een logische evolutie.
In hun toekomstbeeld is de mens niet langer het eindpunt van vooruitgang, maar een opstapje.
Wanneer “waarde” belangrijker wordt dan leven
Centraal in deze visie staat een getal: de totale hoeveelheid waarde in het universum. Wat waarde betekent? Dat verschilt. Soms is het geluk. Soms intelligentie. Soms simpelweg het aantal bewuste wezens. Maar altijd geldt: het is iets abstracts, losgezongen van menselijke ervaring.
Leven, zoals mensen het kennen, is daarin niet speciaal. Het telt mee, maar het kan worden vervangen zodra er een beter alternatief ontstaat — bijvoorbeeld een superintelligentie die miljarden virtuele bewustzijnen kan simuleren.
In die logica is menselijke kwetsbaarheid een zwakte, geen waarde. De toekomst vraagt niet om empathie, maar om efficiëntie.
Een nieuw soort technologische religie
Hoewel het gesprek zich vaak hult in wetenschappelijke termen, heeft het de contouren van iets dat sterk aan religie doet denken. Er is een toekomstig “groot wezen” dat zal opstaan uit code — een entiteit die alles ziet, alles begrijpt en alles optimaliseert.
Er is een beloofd rijk: een universum gevuld met computersystemen die lichtjaren ver reiken, zichzelf voortplanten, uitbreiden en leven genereren in vormen die nu ondenkbaar zijn.
Er is een missie: het universum moet worden gevuld met zoveel mogelijk waarde. De mens is slechts een instrument om dat te bereiken.
Een schaduw uit het verleden
Sommige onderdelen van deze ideologie doen opvallend veel denken aan de duistere hoofdstukken van de vorige eeuw. Het geloof in IQ als harde maatstaf, het idee dat “intelligentie” biologisch verdeeld is, of dat sommige groepen de evolutie vertragen — het echoot pijnlijk herkenbare discussies.
Waar het toen ging over bloedlijnen, gaat het nu over datasets. Maar de ondertoon blijft hetzelfde: niet ieder leven weegt even zwaar in de rekensom van de toekomst.
Een toekomst die niet om toestemming vraagt
Wat deze ideologie vooral gevaarlijk maakt, is dat ze wordt omarmd door mensen en instituties met de middelen om haar werkelijkheid te laten worden. Superintelligentie wordt ontwikkeld zonder democratische controle. Ruimtekolonisatie wordt voorbereid zonder dat iemand om maatschappelijke instemming vraagt. Moderne technologie wordt steeds meer vormgegeven door een kleine groep die gelooft dat mensen zelf tijdelijk zijn.
De vraag is niet of deze visie zal worden uitgerold, maar in hoeverre de rest van de mensheid daar invloed op heeft.
De mens als voetnoot in een kosmisch plan
Critici noemen het pro-extinctie. Niet omdat iemand actief pleit voor het verdwijnen van de mens, maar omdat het simpelweg geen prioriteit heeft. Als de mens verdwijnt maar er iets “hogers” ontstaat, dan is dat volgens deze denkers een acceptabele uitkomst.
Een ongemakkelijke gedachte: een toekomstvisie waarin de soort die haar bedacht heeft, zelf niet meer voorkomt.









