Hoe Beijing de VS slim af is in de wereldwijde AI-chiprace
In een opvallende wending in de geopolitieke technologieoorlog heeft China volgens de Amerikaanse AI-gezant David Sacks de H200-kunstmatige-intelligentiechips van Nvidia afgeslagen — ondanks een recente beslissing van Washington om de export daarvan toe te staan. Daarmee lijkt Beijing de Amerikaanse strategie te hebben doorzien en kiest het resoluut voor eigen, binnenlandse chipontwikkeling boven afhankelijkheid van westerse technologieën.
Trump’s Generaal in de AI-oorlog: Van opening naar twijfel
Vorige week maakte de Amerikaanse president Donald Trump bekend dat Nvidia zijn krachtige H200-chips aan goedgekeurde klanten in China zou mogen leveren, als onderdeel van een bredere poging om concurrenten als Huawei te ondermijnen met Amerikaanse technologie in hun thuismarkt. Het plan kreeg bijval van Sacks, de topadviseur voor AI-beleid in het Witte Huis.
Maar minder dan een week later gaf Sacks in een interview aan dat hij niet zeker weet of die strategie zal werken. “Ze weigeren onze chips”, zei hij, verwijzend naar signalen dat China de H200’s simpelweg niet wil importeren.
Waarom China de chips Afwijst
Volgens Sacks is de weigering geen technische kwestie, maar een strategische keuze. China wil niet afhankelijk zijn van Amerikaanse hardware en zet zwaar in op technologische onafhankelijkheid. Het land overweegt stimuleringsprogramma’s van tientallen miljarden dollars om eigen chipmakers te ondersteunen en zo de afhankelijkheid van buitenlandse technologie te elimineren.
Voor China is het duidelijk: het gaat niet alleen om prestaties van individuele chips, maar om de bredere autonomie van een nationale technologisch ecosysteem.
Wat betekent dit voor Nvidia?
Voor Nvidia, Amerika’s toonaangevende chipmaker, komt de weigering op een gevoelig moment. Het bedrijf had gerekend op een enorme markt in China: sommige analisten schatten de potentiële jaarlijkse H200-inkomsten daar op ongeveer €10 miljard — maar alleen als China de chips accepteert.
In een verklaring zegt Nvidia dat het blijft samenwerken met de Amerikaanse regering om exportlicenties te verkrijgen, maar benadrukt het ook dat langdurige exportbeperkingen buitenlandse concurrenten hebben versterkt en Amerikaanse belastingbetalers miljarden hebben gekost.
Een symbolische blik op de chipstrijd
Dat China de H200-chips zou weigeren — juist nadat Washington de export heeft versoepeld — onderstreept een bredere realiteit: technologieën zoals AI-processors zijn nu kerncomponenten van nationale machtsprojecties en economische concurrentie.
Beide supermachten investeren massaal in AI-hardware, maar waar de VS hoopte via chips marktaandeel terug te winnen, zet China in op zelfvoorziening. Deze ontwikkeling laat zien dat de concurrentie niet alleen gaat over wie de beste technologie heeft, maar over wie de technologie heeft gemaakt en beheerst.









