Na jaren van crises stokt de wereldwijde vooruitgang – maar hoop gloort aan de horizon door technologie.
Een wereld op de rem
Na decennia van gestage vooruitgang in menselijke ontwikkeling, hebben recente wereldwijde crises – met COVID-19 als dieptepunt – de vooruitgang abrupt tot stilstand gebracht. Volgens het nieuwste Human Development Report van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) is de ongelijkheid tussen rijke en arme landen voor het vierde jaar op rij gegroeid. De combinatie van oplopende handelsspanningen, schuldencrises en afbrokkelende publieke voorzieningen zet klassieke ontwikkelingspaden zwaar onder druk.
Achim Steiner, de administrateur van het UNDP, waarschuwt: “Als deze vertraging de norm wordt, lopen we het risico dat de ontwikkelingsdoelen van 2030 pas decennia later worden gehaald.” De gevolgen? Een wereld die onzekerder, ongelijker en kwetsbaarder wordt voor economische en ecologische schokken.
AI: Gevaar of gids?
Toch is het rapport opvallend optimistisch over één aspect: kunstmatige intelligentie. Terwijl de mens worstelt met structurele ongelijkheid, is AI razendsnel terrein aan het winnen – en biedt het kansen om juist die ongelijkheid te verkleinen.
Uit wereldwijd onderzoek van de UNDP blijkt dat 60% van de mensen AI ziet als iets positiefs voor hun werk. Vooral in landen met een lage of midden-ontwikkeling is de hoop groot: 70% denkt productiever te worden met AI, en twee derde verwacht binnen een jaar AI te gebruiken in onderwijs, gezondheidszorg of werk.
Van concurrentie naar samenwerking
De boodschap van het rapport is duidelijk: wil AI écht bijdragen aan menselijke ontwikkeling, dan moeten overheden, bedrijven en burgers er bewust en mensgericht mee omgaan. Dat betekent investeren in moderne onderwijs- en gezondheidssystemen, mensen centraal stellen in het ontwerp en de inzet van AI, en inzetten op samenwerking – niet concurrentie – tussen mens en machine.
Pedro Conceição, directeur van het Human Development Report Office, benadrukt: “De keuzes die we nu maken bepalen het nalatenschap van deze technologische revolutie.”
Wereldwijde ongelijkheid in digitale macht
AI is echter geen gelijk verdeeld wondermiddel. Het rapport schetst scherpe regionale verschillen:
- Noord-Amerika & West-Europa leiden op gebied van AI-investeringen en kennisproductie, maar worstelen met vertrouwen, inclusie en de impact op arbeid.
- De VS ontving in 2024 het grootste deel van de wereldwijde AI-investeringen ($70,2 miljard) en herbergt bijna de helft van alle datacenters.
- Sub-Sahara Afrika heeft potentieel, vooral in landbouw en onderwijs, maar kampt met ernstige tekorten in elektriciteit, internet en rekenkracht.
- Oost-Azië, met China als AI-reus, loopt voorop in onderzoek en robotica, maar kent tekortkomingen in veiligheid en regelgeving.
- Latijns-Amerika & de Caraïben blijven achter door trage onderwijsontwikkeling en digitale kloof.
- Arabische Staten tonen ambitie in AI, vooral in de Golfregio, maar structurele ongelijkheden en genderdiscriminatie remmen de vooruitgang.
Een kans, geen garantie
Het rapport besluit met een krachtige boodschap: AI is geen autonome kracht die ons lot bepaalt – het weerspiegelt de waarden van de samenlevingen die het creëren. Zonder mondiale samenwerking, ethische kaders en een mensgerichte benadering riskeren we wat het rapport noemt “ontwikkelingsontgoocheling”.
Zoals Steiner schrijft in zijn voorwoord: “Dit rapport gaat niet over technologie. Het gaat over mensen – en ons vermogen om onszelf opnieuw uit te vinden in tijden van diepe verandering.”
‘Alarming’ slowdown in human development - could AI provide answers?The progress of human development – as measured by people’s freedoms and well-being – has remained sluggish since the major shock of the COVID-19 pandemic. A UN study released on Tuesday finds that used in the right way, artificial intelligence could be a powerful tool to improve millions of lives. |