Beursexperts waarschuwen voor oververhitting van AI-aandelen – maar niet iedereen denkt dat het fout zal aflopen.
De opkomst van een nieuwe techhausse
Sinds de opmars van generatieve AI begin 2023 zijn technologieaandelen opnieuw het stralende middelpunt van Wall Street. Bedrijven als Nvidia, Microsoft en Palantir zijn de nieuwe lievelingen van beleggers, die massaal inzetten op een toekomst waarin AI de drijvende kracht wordt achter winstgroei. De S&P 500 breekt record na record, en chipfabrikanten worden behandeld als de nieuwe oliebaronnen. Maar steeds vaker klinkt de vraag: zitten we in een AI-bubbel?
Van FOMO naar risico: Tekenen van oververhitting
Volgens een groeiend aantal marktstrategen begint de AI-gekte verdacht veel te lijken op eerdere speculatieve manieën, zoals de dotcom-bubbel van eind jaren ’90. Beleggers kopen massaal aandelen puur op basis van toekomstverwachtingen, zonder oog voor huidige winstmarges of realistische groeiscenario’s.
Jeffrey Kleintop van Charles Schwab wijst op het gevaar van ‘narrative investing’, waarbij beleggers meer focussen op het verhaal dan op de cijfers. “AI is spannend, maar veel aandelen worden verhandeld tegen waarderingen die alleen houdbaar zijn als alles perfect verloopt,” waarschuwt hij.
Strategisch beleggen in een bubbel: Mogelijk wél verstandig?
Toch zijn er ook analisten die vinden dat een bubbel niet per se slecht hoeft te zijn. De bekende beleggingsstrateeg Louis Navellier stelt dat slimme beleggers juist kunnen profiteren van de hype, zolang ze het verschil kennen tussen luchtkastelen en structurele winnaars.
Zijn advies: focus op bedrijven die niet alleen AI beloven, maar het ook daadwerkelijk integreren in winstgevende modellen. Nvidia, bijvoorbeeld, levert de hardware waar de hele sector op draait. Zolang de vraag naar AI-datacenters blijft stijgen, is er volgens hem nog ruimte voor groei.
De ‘AI-hatersgids’: Kritiek als tegenwicht
Aan de andere kant staat iemand als Vincent Deluard, de man achter “The Hater’s Guide to the AI Bubble”. Hij ziet de huidige euforie als een schoolvoorbeeld van “financial storytelling” waarbij beleggers blindelings trends volgen, ongeacht fundamentele waarderingen. Zijn voorspelling? Een correctie is onvermijdelijk, zeker als blijkt dat de winsten van AI-bedrijven de hoge verwachtingen niet waarmaken.
Deluard noemt de AI-hype “een bubbel zonder basis”, waarbij zelfs bedrijven zonder duidelijke AI-strategie plots een koersstijging zien door slechts het woord “AI” in hun persbericht te verwerken.
Conclusie: Hype of historisch kantelpunt?
De meningen over de AI-rally zijn verdeeld. Waar de ene expert een zeepbel ziet die op het punt staat te knappen, ziet de ander een vroege instapkans in een technologische revolutie. Wat wel duidelijk is: wie vandaag in AI belegt, doet er goed aan om kritisch te blijven en voorbij de hype te kijken.
In de woorden van een marktstrateeg: “De toekomst is misschien AI-gedreven, maar de beurs blijft mensenwerk. En mensen zijn soms irrationeel enthousiast.”