Het begon met een ambitieus idee: Latijns-Amerika wilde niet toekijken terwijl de wereld zich razendsnel richting kunstmatige intelligentie bewoog. Overheden, universiteiten en bedrijven in de regio zagen in AI een kans om achterstanden in te halen — in onderwijs, gezondheid, landbouw en industrie.
En die beweging is intussen zichtbaar geworden. Volgens de nieuwe Latin American Artificial Intelligence Index (ILIA 2025), gepubliceerd door de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (ECLAC) en het Chileense Nationaal Centrum voor Kunstmatige Intelligentie (CENIA), maakt de regio een duidelijke sprong voorwaarts.
|
|
Índice Latinoamericano de Inteligencia Artificial (ILIA) 2025
|
Toch blijkt de vooruitgang ongelijk verdeeld. Achter de successen van Chili, Brazilië en Uruguay schuilen tientallen landen die nog worstelen met structurele barrières.
Een digitale paradox: Meer gebruik dan verwacht
Wat opvalt in het rapport, is dat de regio verrassend intensief gebruikmaakt van AI-toepassingen. Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zijn samen goed voor 14 % van het wereldwijde verkeer naar AI-diensten, terwijl ze slechts 11 % van de wereldwijde internetgebruikers vertegenwoordigen.
Dat betekent dat burgers en bedrijven nieuwsgierig zijn, bereid om te experimenteren, en soms sneller dan hun infrastructuur toelaat. In cafés, co-workingruimtes en start-uphubs duiken jonge ondernemers in ChatGPT-sessies, vertaalbots en AI-designplatforms.
Maar onder die energie schuilt een fundamenteel probleem: de kloof tussen pioniers en achterblijvers groeit.
Latin America and the Caribbean Accelerate the Adoption of Artificial Intelligence, though Challenges Remain in Investment, Talent, and GovernanceBased on more than 100 sub-indicators organized into three dimensions—enabling factors; research, development and adoption; and governance—the report provides a detailed overview of the progress made and the challenges that Latin America and the Caribbean still face in this field. |
Drie snelheden in één regio
De ILIA-index verdeelt de negentien onderzochte landen in drie groepen.Chili, Brazilië en Uruguay vormen de kopgroep — landen met sterke universiteiten, nationale AI-strategieën en investeringen in innovatie.
Daarachter komt een middenmoot van landen zoals Colombia, Ecuador, Costa Rica en de Dominicaanse Republiek, waar de overheid duidelijke intenties heeft, maar de uitvoering nog haperend verloopt.
En ten slotte is er een derde groep van landen die nog zoekend zijn. Daar ontbreekt het aan basisinfrastructuur, data-beleid en menselijk kapitaal. Hun AI-ecosysteem staat nog in de kinderschoenen.
De conclusie van ECLAC is helder: het potentieel is enorm, maar de digitale ongelijkheid binnen de regio vormt een rem.
Gebrek aan talent
Hoogopgeleide AI-specialisten zijn schaars in Latijns-Amerika. Veel talent trekt naar de Verenigde Staten of Europa, waar onderzoekscentra beter gefinancierd zijn. Het gevolg: een groeiende “brain drain” en een toenemende afhankelijkheid van buitenlandse technologie.
Beperkte investeringen
Hoewel de regio goed is voor 6,6 % van het mondiale BBP, ontvangt ze slechts 1,12 % van de wereldwijde AI-investeringen. Dat verschil toont aan hoe moeilijk het is om lokale innovaties op te schalen. Bedrijven hebben vaak goede ideeën, maar te weinig kapitaal om ze naar de markt te brengen.
Beleid zonder spierkracht
Verschillende regeringen hebben nationale AI-strategieën aangekondigd, maar die blijven vaak steken op papier. Er is te weinig budget, te weinig coördinatie tussen ministeries, en nauwelijks evaluatie van de resultaten.
Bovendien ontbreken cruciale dimensies: milieueffecten, gendergelijkheid en sociale inclusie worden zelden structureel meegenomen.
AI als kans voor inclusieve ontwikkeling
Toch blijft de toon van ECLAC hoopvol. Volgens het rapport kan kunstmatige intelligentie een motor van sociale vooruitgang worden — mits ze doelgericht wordt ingezet.
AI kan helpen om de onderwijsachterstand te verkleinen, de gezondheidszorg toegankelijker te maken, de milieuschade te beperken en transparantie in de publieke sector te bevorderen.
Kortom: als de technologie juist wordt gestuurd, kan ze bijdragen aan duurzame en inclusieve groei — iets waar Latijns-Amerika al decennia naar streeft.
Samenwerking als sleutel
ECLAC benadrukt dat landen niet elk voor zich moeten werken. Regionale samenwerking — in regelgeving, standaarden, datadeling en opleiding — is essentieel om de kloof te verkleinen.
Door kennis te bundelen en gezamenlijke onderzoeksprogramma’s op te zetten, kan de regio sneller een eigen “AI-identiteit” ontwikkelen. Een waarin lokale data, talen en culturele waarden centraal staan.
De toekomst ligt open
De ILIA 2025-index is meer dan een rapport; het is een spiegel voor de regio. Ze laat zien dat Latijns-Amerika niet achterblijft, maar ook dat ambitie alleen niet volstaat.
De komende jaren zullen bepalen of kunstmatige intelligentie hier een luxe blijft voor enkelen — of een hefboom wordt voor miljoenen.
De technologie is er. De wil is er. Wat nog ontbreekt, is de vaste koers en het gezamenlijke kompas.









